Waarom mijn hond een DNA test te laten ondergaan?
DNA–testen worden gebruikt om te bepalen of sprake is van een genetische afwijking bij de hond. Een hond kan vrij, drager of lijder zijn van een genetische afwijking. Een hond die vrij is, heeft de genetische afwijking niet en kan de erfelijke ziekte ook niet krijgen.
Op basis van wetsartikel 3.4 Besluit houders van dieren dienen fokkers voor zover mogelijk te voorkomen dat erfelijke aandoeningen worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij de nakomelingen van hun honden. De honden moeten gezond zijn voordat ermee gefokt mag worden. Om aan te tonen of de ouderdieren aan een bepaalde erfelijke aandoening lijden, moeten ze onderzocht worden door een (specialistisch) dierenarts.
Het nut van testen
Het onderzoek van de hond begint met een vraaggesprek (anamnese) waarin de eigenaar gevraagd wordt of de hond symptomen heeft van (erfelijke) ziektes. Vervolgens wordt de hond lichamelijk (klinisch) door de dierenarts onderzocht. Hierna volgen aanvullende onderzoeken, zoals röntgenfoto’s van de poten of een echo van het hart.
Met medische testen kunnen ouderdieren worden gescreend op bepaalde erfelijke aandoeningen, zoals heupdysplasie, cardiomyopathie of erfelijke oogaandoeningen. Op deze manier kan worden vastgesteld of de hond op dat moment vrij is van of lijdt aan een erfelijke aandoening. Het is een momentopname, wat betekent dat op een later moment bij de hond alsnog sommige erfelijke aandoeningen tot uiting kunnen komen.
DNA-testen worden gebruikt om te bepalen of sprake is van een genetische afwijking bij de hond. Een hond kan vrij, drager of lijder zijn van een genetische afwijking. Een hond die vrij is, heeft de genetische afwijking niet en kan de erfelijke ziekte ook niet krijgen. Een hond die drager is, heeft één normaal gen en één gemuteerd gen en zal bij een recessief overervende erfelijke aandoening de erfelijke ziekte zelf niet krijgen, maar kan deze genetische afwijking (het gemuteerde gen) wel doorgeven aan zijn nakomelingen. Een hond die lijder is, heeft twee gemuteerde genen en zal de erfelijke ziekte vroeg of laat zelf kunnen krijgen.
De (potentiële) fokhonden dienen in ieder geval te worden onderzocht of gescreend op de voor dat ras belangrijkste en meest voorkomende erfelijke aandoeningen. Door de fokhonden van tevoren te laten testen, kan de fokker een weloverwogen keuze maken voor een geschikte fokcombinatie. Door verstandig om te gaan met de resultaten van de medische en DNA-testen bij de ouderdieren kan voor zover mogelijk worden voorkomen dat erfelijke aandoeningen worden doorgegeven aan of kunnen ontstaan bij de pups.
Medische en DNA-testen in de Rashonden Wijzer
In de Rashonden Wijzer vind je bij beschrijving van een erfelijke aandoening onder het kopje ‘diagnose’ hoe die bepaalde aandoening getest of gediagnosticeerd kan worden. Wanneer er een DNA-test voor de erfelijke aandoening bestaat, staat bovenaan de pagina van die erfelijke aandoening vermeld voor welk(e) hondenras(sen) deze DNA-test beschikbaar is. Ook op de pagina van het hondenras staat het vermeld als er DNA-testen voor erfelijke aandoeningen bij dat ras beschikbaar zijn.
Wanneer je besluit om een (ras)hond te kopen, is het aan te raden de fokker te vragen naar de resultaten van de medische en DNA-testen van de ouderdieren van jouw (toekomstige) pup. Een fokker dient in ieder geval de ouderdieren getest te hebben op de bij dat ras meest voorkomende erfelijke aandoeningen. Wanneer de fokker de ouderdieren niet heeft laten testen of de resultaten van de testen niet kan of wil tonen, dan is het verstandig op zoek te gaan naar een fokker die dat wel kan.
Wat zijn de belangrijkste DNA punten om testen voor onze werkhonden:
- Dilaterende Cardiomyopathie (DCM)
- Degeneratieve Myelopathie (DM)
- Ataxia 1 (SCDA 1)
- Ataxia 2 (SCDA 2)
- CACA 4 CNS Atrofie met Cerebellaire Ataxie (SCDA 4)
- Cardiomyopathie en Juveniele Mortaliteit (CJM)
Met dank aan Jeannette Bout voor dit artikel CJM:
Omdat ik toch, met name via PB een aantal vragen kreeg over mijn eerder geplaatste verhaal over CJM heb ik besloten hier uitgebreider op in te gaan.
Bij de Belgische herder is het op dit moment mogelijk om 3 ras specifieke recessieve genen met een gemuteerd (DNA wat veranderd is) stuk DNA op te sporen, SDCA 1&2 en CJM. Daarnaast zijn er nog een aantal testen die minder ras specifieke gemuteerde genen op kunnen sporen.
Mutaties van DNA treden altijd op, soms zijn dit mutaties die gunstig zijn en bepaalde eigenschappen versterken, soms zijn het stukjes DNA die ziektes of afwijkingen veroorzaken.
Wat wij ons goed moeten realiseren is dat elke hond minimaal 5 en waarschijnlijk eerder tot wel 10 mutaties die problemen kunnen geven in zijn DNA draagt. Wij hebben nu het geluk dat 3 van deze mutaties zichtbaar gemaakt kunnen worden doormiddel van DNA-onderzoek. Dieren die een mutatie dragen zijn zelf niet ziek, ze worden ook niet ziek, pas wanneer er op dat specifieke stukje DNA 2 strengen met het gemuteerde gen aanwezig zijn, komt de ziekte tot uiting. Wanneer je gaat fokken met een drager van een mutatie en je die toevallig samen brengt met een hond die drager is van dezelfde mutatie dan zullen er nakomelingen geboren worden die van beide ouders de mutatie mee krijgen, deze dieren zijn dan lijder van de ziekte omdat er geen “gewoon” stuk DNA meer tegenover staat. Daarnaast worden er dieren geboren die van 1 van de ouders de mutatie erven en dieren die van beide ouders de gewone helft van het DNA mee krijgen, die laatsten zijn dan volkomen vrij van de mutatie.
Hier staat in een notendop al omschreven dat je zelfs uit twee dragers van een mutatie, dieren kunt fokken die er helemaal vrij van zijn. Nu is het ethisch niet zo verantwoord om bewust zieke dieren te fokken, om dat te voorkomen moet je de dieren die drager zijn van een mutatie uitsluitend koppelen aan dieren die daar vrij van zijn. Wanneer je dat doet zal gemiddeld de helft van de geboren pups vrij zijn van de mutatie en dit kunnen waardevolle dieren zijn om verder mee te fokken.
Stel nu dat je alle dieren met een mutatie uit het fokprogramma haalt? Wat zou dan het gevolg zijn? Even terug naar het begin van dit schrijven: “elke hond is drager van minimaal 5 tot waarschijnlijk wel 10 mutaties”. Nu halen we alle dragers van de tot nu toe gevonden mutaties uit de fok, voor SDCA is dat ca. 10 tot 15 % van de populatie, bij CJM bestaat het vermoeden dat dit hoger ligt. Op dit moment is 1 op de 3 honden die gemeld staan als onderzocht op Working Dog als drager genoteerd. (dit is een moment opname, er zijn nog te weinig dieren getest om er echt iets over te zeggen) Nu gaan we het simpel houden en naar beneden afronden, laten we stellen dat we 10% uit moeten sluiten vanwege het feit dat ze SDCA dragen en nog eens 25% vanwege de CJM. In één klap halen we dan 35% van de populatie uit de fok. Mogelijk zijn dit dieren die voornamelijk uit bepaalde lijnen komen. We houden dan 65% van de honden over, die 65% is drager van minimaal een stuk of 3 mutaties die we nu nog niet kunnen opsporen in het DNA. Het gevolg zal dan zijn dat in die groep de concentratie van dragers van die nog niet ontdekte mutaties toe gaat nemen. Daardoor wordt de kans dat twee dragers elkaar ontmoeten groter en neemt de kans op erfelijke afwijking toe in plaats van af.
We hebben dan wel al die andere lijnen in de prullenbak gegooid en die prullenbak is inmiddels geleegd, of te wel, er is GEEN weg terug. Inteelt depressie ligt op de loer.
Maar komen er dan niet steeds meer dragers als je die gewoon inzet voor de fok?
Nee, niet als je dit op een verstandige manier aanpakt. Als je met een drager fokt en vervolgens de nakomelingen test, dan kan je proberen de vrije honden zoveel mogelijk in te zetten voor de toekomst. Of te wel, die vrije honden bij mensen plaatsen met ambities richting fok. Op die manier kan je langzaam de hoeveelheid dragers terugdringen zonder verlies van andere waardevolle eigenschappen, zoals bijvoorbeeld een super bouw, klasse heupen, geweldig karakter etc…en het meest belangrijke, zonder verlies van de zo broodnodige GENETISCHE VARIATIE
Als we die laatste weggooien dan valt er straks niets meer te selecteren, we kunnen iets wat weg is niet terug halen. Kortom we moeten heel blij zijn dat we nu door DNA te testen kunnen voorkomen dat er lijders geboren worden. We moeten dragers van de nu bekende mutaties vooral niet uitsluiten voor de fok om verlies van genetisch materiaal te voorkomen. Met de kennis die we nu hebben kunnen deze dieren ingezet worden zonder zieke dieren te produceren.
DNA testen zijn een geweldig hulpmiddel, je kan met behulp van DNA testen verstandige keuzes maken in de fokkerij. Het moet niet een tool worden die gebruikt word voor naming en shaming van fokkers die dit netjes openbaar maken, elke hond is drager van mutaties ook die van u.
Feitelijk ben ik vergeten om nog een belangrijk punt te noemen…
Wanneer je niet test weet je niets, als je wel test kom je dingen tegen.
Als je nooit je honden röntgent op HD kan je zeggen, “ mijn honden hebben geen HD want ze lopen goed” maar pas als je foto’s laat maken weet je of de heupen wel of niet goed zijn. Met DNA testen is het exact het zelfde, als je niet test weet je ook niet wat erin zit.
Lumbosacrale overgangswervels (LTV, LUW) bij de Belgische en Hollandse Herder. Is nog in onderzoek om er de gen te vinden om het te kunnen vinden in het DNA materiaal van onze werkhonden.
Stemband verlamming ook een veel voorkomende genetische afwijking bij onze werkhonden.
Wij laten onze honden testen bij Embark, omdat die de meest uitgebreide test heeft met hele mooie tools die vrij te gebruiken zijn.
De Embark testen zijn te bestellen. ⇐ klik op de link om de Embark site te bezoeken