HD of Penn-Hip onderzoek!

HD en Penn-Hip methode

Wat is heupdysplasie (HD)?

HD is een veel voorkomende erfelijke orthopedische aandoening van de heupgewrichten bij honden. HD komt vooral voor bij grote hondenrassen maar alle rassen kunnen het krijgen. Een hond wordt niet geboren met slechte heupen, maar wel met de erfelijke aanleg om HD te ontwikkelen. Afhankelijk van de ernst van de HD krijgt een hond al op jonge leeftijd symptomen of pas op oudere leeftijd.  De pijn, kreupelheid, stijfheid en verminderde beweeglijkheid van de heupen die bij de oudere hond met HD ontstaat is met name een gevolg van de artrose, die zich in de loop der jaren ontwikkeld en steeds erger wordt. De chronische vorm is niet altijd duidelijk zichtbaar en wordt wel eens verward met “het ouder worden” van de hond.

Röntgenonderzoek:

Gezien de erfelijkheid van heupdysplasie en ook met het oog op de ontwikkeling van artrose bij honden met verhoogde laxiteit van de heupen, wordt er al lang naar een methode gezocht om bij jonge dieren al te voorspellen of het dier HD zal ontwikkelen en of er sprake is van genetische vatbaarheid voor deze aandoening. Het traditionele onderzoek vindt plaats op basis van een röntgenfoto van de gestrekte heupen en kan pas officieel vanaf een leeftijd van 12 maanden. Bij de traditionele methode kan de laxiteit moeilijk beoordeeld worden. Daarom is er een betere methode ontwikkeld om te bepalen of een hond HD heeft of zal ontwikkelen. In 1983 begon Dr. Gail Smith van de universiteit van Pennsylvania in de Verenigde Staten met een onderzoek naar een betrouwbare methode voor een vroege diagnose van HD. Dat onderzoek heeft geleid tot het ontwikkelen van de Penn-Hip methode dat uitgevoerd kan worden bij honden vanaf een leeftijd van 16 weken.

Penn-Hip methode:
De Penn-Hip methode richt zich op het meten van de heup-laxiteit op jonge leeftijd (vanaf 16 weken) en geeft een voorspellende waarde met 85-95% accuraatheid op het ontstaan van HD op latere leeftijd.
Het onderzoek bestaat uit een neutrale opname van de heupen in gestrekte toestand (zoals in het traditionele onderzoek), dan een opname waarbij de kop maximaal in de kom wordt gedrukt en tenslotte een opname waarbij de kop maximaal uit de kom wordt gedrukt. De laatste twee opnamen worden met elkaar vergeleken en op basis daarvan wordt er een distractie-index berekend (zie afbeeldingen). Die distractie-index is dus een goede maat voor de kans op het ontstaan van HD op latere leeftijd. Dieren met een lage DI hebben een kleinere kans op HD dan dieren met een hogere DI. De DI is een getal tussen 0 en 1, waarbij 0 zeer strakke heupen betekent en 1 staat voor een erg los heupgewricht.

Zo verloopt de Penn-Hip test bij uw hond

De Penn-Hip onderzoeksmethode verloopt in drie fases: NarcoseRöntgenfoto’s en Uitslag.

Narcose

Om de test zo aangenaam mogelijk te laten verlopen voor uw hond, en een betrouwbare meting mogelijk te maken, wordt het onderzoek altijd onder narcose uitgevoerd.

De narcose is een voorwaarde die verplicht is gesteld door de Penn-Hip organisatie. De röntgenfoto-serie wordt onder narcose gemaakt zodat invloed van spierspanning kan worden uitgeschakeld. Dat betekent ook dat uw hond vanaf vier uur voor het onderzoek niet mag hebben gegeten.

Röntgenfoto’s

Tijdens de test wordt een serie röntgenfoto’s gemaakt:

  1. een foto met gestrekte dijbenen
  2. een ontspannen foto, met de heupen licht gebogen (zie foto 1)
  3. een distractie foto, met de heupen licht gebogen (zie foto 2)

Een distractie foto bij uw hond

Voor de distractie foto wordt ter hoogte van de heupen een distractie apparaat tussen beide benen van uw hond gehouden. Dit apparaat bestaat uit twee perspex stangen (van kunststof) omgeven door zacht schuimrubber.

Tijdens het maken van de opname drukt de Penn-Hip-gecertificeerde dierenarts de beide achterbenen van de hond naar elkaar toe met de kracht van amper ½ kilo: dit wordt distractie genoemd. De heupkoppen verplaatsen zich door deze distractie naar buiten uit de kom (zie foto 2).

Een deskundige Penn-Hip-gecertificeerde dierenarts zal nooit een (te) grote distractiekracht gebruiken. Mogelijk gebruik van te veel of te weinig distractiekracht is zichtbaar op de uiteindelijke röntgenfoto’s. De foto’s worden in dat geval afgekeurd en het onderzoek moet opnieuw gedaan worden.

Uitslag in distractie-index (DI)

De röntgenfoto’s worden ingestuurd naar het Penn-Hip instituut waar de distractie-index (DI) wordt bepaald. Deze index geeft in een getal aan in welke mate de heupkop zich door distractie naar buiten verplaatst.

De waarde wordt vervolgens vergeleken met de waardes van andere honden van hetzelfde ras.

Een hond waarbij de heupkop (zeer) los in de kom ligt, heeft een grote kans om op latere leeftijd heupdysplasie te ontwikkelen en dus artrose te krijgen. Ligt de heupkop zeer strak in de heupkom, dan zal zich een normale heup ontwikkelen.

De uitslag van het onderzoek bestaat uit een rapport waarop de distractie-index per heup wordt vermeldt. Ook staat in het rapport de plaats van de distractie-index ten opzichte van de overige rasgenoten in het bestand van Penn-Hip. De belangstelling voor dit onderzoek is in Amerika groot en sinds kort ook in Europa groeiend.

Uitslag

Zijn alle foto’s gemaakt? De foto’s worden dan ter beoordeling opgestuurd naar de Verenigde Staten, waarna u via uw dierenarts de uitslag krijgt. Mogelijke behandeling of advies volgt na of met de uitslag.

Dieren met waardes onder de 0.3 hebben zeer weinig kans op het ontwikkelen van heupdysplasie en artrose.